Geavanceerd
Op het tabblad Geavanceerd kunt u meldingen van DSM en Surveillance Station integreren en meldingen van hetzelfde gebeurtenistype binnen een bepaald tijdsinterval combineren.
DSM-melding
DSM-meldingen en synchronisatie van e-mail/sms/pushservice-instellingen met DSM weergeven:
- Schakel het selectievakje in om de functie in te schakelen.
- Klik op Opslaan om de wijzigingen toe te passen.
Opmerking:
- de gebeurtenissen in DSM en Surveillance Station worden weergegeven in het tabblad Instellingen. U kunt zelf bepalen welke gebeurtenissen meldingen activeren via bepaalde services (e-mail, sms en/of mobiel).
- De instellingen in de tabbladen E-mail, SMS, Pushservice worden vervangen door de desbetreffende instellingen van DSM. Vervolgens wordt uw configuratie toegepast op meldingen van DSM en Surveillance Station.
Instelling meldingscombinatie
Om een overbodig aantal meldingen van dezelfde gebeurtenistypes binnen een bepaald tijdsinterval te ontvangen:
- Schakel het selectievakje in om de functie in te schakelen.
- Klik op Opslaan om de wijzigingen toe te passen.
Opmerking:
- Door deze functie in te schakelen, wordt de functie Gebeurtenissnapshot toevoegen uitgeschakeld.
Meldingsvariabelen
De variabelen van het meldingsbericht bewerken:
- voer een tekenreeks in het veld rechts van elke variabele in. De variabelen zullen vervangen worden door opgegeven tekenreeksen in verzonden meldingsberichten.
- Klik op Opslaan om de wijzigingen toe te passen.