I/O-module
In I/O-module kunt u I/O-modules toevoegen, verwijderen, bewerken, inschakelen en uitschakelen
Een I/O-module toevoegen
De I/O-module-installatiewizard gebruiken:
- ga naar Toevoegen > I/O-module toevoegen.
- Voer de volgende Informatie-instellingen in:
- Voer een naam in voor de identificatie van deze I/O-module.
- Voer het IP-adres of de hostnaam van de I/O-module in. Door op Zoeken te klikken zal het systeem naar in hetzelfde domein geĂ¯nstalleerde I/O-modules zoeken. Zodra de I/O-module is geselecteerd, toont het systeem automatisch het IP-adres, poortnummer en model van de I/O-module weer.
Opmerking: IP-adres in IPv6-formaat wordt niet ondersteund.
- Gebruikt uw I/O-module een ander poortnummer, voer dan dat poortnummer in.
- Selecteer het I/O-modulemerk in de vervolgkeuzelijst.
- Selecteer het I/O-modulemodel in de vervolgkeuzelijst.
- Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de administratoraccount van de I/O-module in.
- Klik op Verbinding testen om te kijken of de I/O-moduleverbinding normaal werkt.
- Klik op Volgende om de volgende I/O-poortinstellingen te bewerken.
- Klik op Volgende om de geavanceerde instellingen te bewerken:
- Selecteer de netwerktijdserver.
- Selecteer uw tijdzone.
- Klik op Voltooien om de installatie te voltooien.
Beperkingen:
- I/O-modulenaam: hoofdlettergevoelig. 1 tot 32 unicodetekens zijn toegestaan, behalve de volgende symbolen: ! " # $ % & ' ( ) * + , / : ; < = > ? @ [ ] \ ^ ` { } |
Het eerste teken mag geen minteken of spatie zijn, en het laatste teken mag geen spatie zijn.
- Gebruikersnaam: hoofdlettergevoelig. 1 tot 32Â Unicode-tekens zijn toegestaan.
- Wachtwoord: hoofdlettergevoelig en mag 64 tekens bevatten, inclusief letters, getallen, tekens en spaties.
I/O-module-instellingen bewerken
Selecteer de I/O-module waarvan u de instellingen wilt wijzigen en klik op Bewerken. U kunt ook de I/O-module dubbelklikken om de wijzigen te wijzigen.
I/O-modules inschakelen of uitschakelen
I/O-modules die aan Surveillance Station zijn toegevoegd, moeten eerst worden ingeschakeld voor ze alle ondersteunde acties kunnen beheren en uitvoeren.
I/O-modules inschakelen of uitschakelen:
selecteer de I/O-modules die u wil in/uitschakelen en selecteer vervolgens Inschakelen of Uitschakelen in de vervolgkeuzelijst Inschakelen.
Opmerking:
- schakelt u een I/O-module uit dan worden alle bijbehorende instellingen opgeslagen.
I/O-modules verwijderen
Om I/O-modules te verwijderen, kiest u de i/O-modules die u wilt verwijderen en klikt u op Verwijderen.